Vanaf 2015 is de werkkostenregeling ingegaan waardoor alle oude vergoedingsregels zijn vervallen. Het fiscale loon heeft een vrije ruimte voor de werkgevers gekregen van 1,2%. Dit kan worden ondergebracht in het loon van de werknemer maar ook onder de zogenaamde vrije ruimte. Hierdoor blijven de kosten onbelast voor zowel de werkgever als werknemer. Alle hogere vergoedingen dan boven de 1,2% krijgen een eindheffing van 80%.
De regel van onbelaste korting op branche-eigen producten heeft een wijziging waardoor het niet meer mogelijkheid is om het niet benutte deel van de twee voorgaande jaren alsnog te gebruiken. Andere voorwaarden zijn:
- Het product moet uit de eigen branche afkomstig zijn.
- In totaal mag de waarde niet hoger zijn dan €500.
- De korting mag niet hoger zijn dan 20% van de economische waarde van het product.
Werkkostenregeling; enkele aandachtspunten
Apparaten, noodzakelijk voor de eigen werkzaamheden vallen niet onder de werkkostenregeling. Dit zijn onder anderen daadwerkelijke gereedschappen, communicatieapparatuur en computers. De regels hiervoor zijn
- De werkgever bepaalt welke apparaten en onder welke voorwaarden worden aangeschaft.
- de werknemer moet het apparaat daadwerkelijk gebruiken.
- De werkgever betaald het apparaat.
Ondernemingen met meerdere concerns hebben een collectieve vrije ruimte, waarin aangewezen vergoedingen van alle concernonderdelen vallen. Het concernonderdeel moet wel voor minimaal 95% in handen zijn van de moedermaatschappij. Er moet rekening worden gehouden dat:
- Onderdelen moeten een heel kalenderjaar onder het concern zijn gevallen.
- Alle concernonderdelen blijven los aansprakelijk voor hun eigen deel.
- De administratieve verwerking verloopt aan de hand van diversen ministeriële richtlijnen.
Er zijn gerichte vrijstellingen vastgesteld in de werkkostenregeling, waardoor dit niet ten kostte komen op de vrije ruimte. Deze verschillen per ministerie. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- De aanschaf van beschermende werkkleding en arbovoorzieningen.
- De €0,19 kilometervergoeding.
- Scholingskosten en de kosten voor vakliteratuur.
- Een personeelskorting van maximaal 20%.
De vrije ruimte moet minimaal één keer per jaar worden getoetst. Er wordt aangeraden om dit vaker per jaar te doen om zo het risico te verkleinen dat de vrije ruimt wordt overschreden. Zo kan het nog worden bijgestuurd. De afrekening vind plaats in het eerste tijdvak van het volgende kalenderjaar.